De technologiegraadmeter Nasdaq profiteerde het meest met een stijging
van 21,57 punten (0,8 procent) tot 2596,03 punten. De hoofdgraadmeter in New
York, de Dow-Jonesindex, steeg 65,27 punten (0,5 procent) tot 13.232,47
punten. De S&P 500-index sloot 9,08 punten (0,6 procent) hoger op 1454,98
punten.

Eerder op de dag overheerste nog somberheid. Zakenbank Goldman Sachs kwam met
beter dan verwachte kwartaalresultaten, maar stelde in een toelichting dat
de bodem van de zich voortslepende kredietcrisis nog niet is bereikt. Dat
voedde de angst onder investeerders dat er bij Goldman Sachs en andere
banken nog meer lijken uit de kast zullen komen.

Banken hebben de afgelopen maanden vele miljarden dollars moeten afschrijven
op beleggingen in risicovolle hypotheken, die niet meer geheel kunnen worden
afbetaald. Dat heeft geleid tot krapte op de kredietmarkt, waardoor minder
geld beschikbaar is voor andere bedrijven om te investeren. Dat dreigt een
rem te zetten op de Amerikaanse economische groei.

Goldman Sachs werd afgestraft voor zijn voorzichtige prognose en verloor
dinsdag 3,4 procent van zijn beurswaarde. Citigroup, de grootste bank van de
VS, werd 1,3 procent minder waard. Morgan Stanley leverde 3 procent in,
JPMorgan Chase 1,4 procent.

Ook grote industriële concerns stonden onder druk. Vliegtuigbouwer
Boeing verloor 0,3 procent en machinebouwer Caterpillar 0,2 procent. Onder
de grootste daler in de Dow was ook de chemiereus DuPont met een min van 1,1
procent. Ook de producent van consumentenproducten Procter & Gamble en
frisdrankmaker Coca Cola stonden lager.

Autofabrikant General Motors behoorde tot de grootste stijgers onder de
hoofdfondsen in New York met een koerswinst van 2,1 procent.
Computerfabrikant en automatiseerder IBM noteerde een plus van 1,7 procent,
waar dat aandeel maandag nog in de uitverkoop ging. In de Nasdaq deden onder
meer softwarebedrijf Adobe (plus 2,8 procent) en DAF-eigenaar Paccar (plus
3,4 procent) goede zaken.

Ook bedrijven die minder conjunctuurgevoelig zijn waren dinsdag in trek.
Farmaceut Pfizer noteerde een koerswinst van 1,7 procent. Branchegenoten Eli
Lilly en Merck gingen er respectievelijk 0,6 en 0,4 procent op vooruit.

Ruwe olie werd dinsdag op de termijnmarkt in New York 0,2 procent
goedkoper. De prijs van een vat van 159 liter schommelde rond de 89,70
dollar. De koersen van Amerikaanse oliebedrijven zaten desondanks in de
lift. ExxonMobil won 1,7 procent, Chevron 1,3 procent en ConocoPhillips 2
procent.

Op de valutamarkt noteerde de euro dinsdag tegen het einde van de Amerikaanse
beurshandel een stand van 1,4400 dollar. Bij het scheiden van de
aandelenmarkten in Europa was de Europese eenheidsmunt 1,4390 dollar waard.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl